Quantcast
Channel: wietpas – Sargasso
Viewing all articles
Browse latest Browse all 22

Illegalisering softdrugs berust op drijfzand

$
0
0
bong

Wederom een gastbijdrage van Ties Joosten.

bong

Al jaren is duidelijk dat een illegalisering van softdrugs meer problemen oplevert dan het oplost. Toch wil dit kabinet dat alle coffeeshops binnen een straal van 350 meter rond een middelbare school hun deuren sluiten. Ook wil ze haast maken met de wietpas. Niet alleen de confessionele partijen, maar ook de PVV en de VVD zouden het liefst een einde maken aan het Nederlandse gedoogbeleid. Iedere logische basis hiervoor ontbreekt echter. Welke redenatie we ook volgen, iedere keer blijkt ze op los zand te zijn gebouwd.

Wetgeving kan in het algemeen twee verschillende grondslagen hebben: een ideologische en een praktische. Mensen die op ideologische basis een verbod op softdrugs bepleiten, zijn van mening dat softdrugs verkeerd zijn, en dat de overheid zaken die verkeerd zijn moet verbieden. De vraag rijst dan: waarom softdrugs? Waarom zijn hash en wiet ‘verkeerder’ dan alcohol en tabak, en minder verkeerd dan XTC, MDMA en cocaïne? Bij de beantwoording van deze vraag kunnen drie verschillende redenaties gevolgd worden. Als we deze redenaties echter doortrekken, blijken ze alle drie niet op te gaan.

Zo wordt vaak de schadelijkheid voor de gezondheid genoemd. Als dit het uitgangspunt is van een moreel standpunt rond softdrugs, waarom wordt alcohol dan niet strafbaar gemaakt? Van een avond te hard zuipen ga je dood, van een avond flink blowen val je in slaap. Ook op de langere termijn levert alcohol veel meer gezondheidsproblemen op dan marihuana, terwijl voor MDMA nauwelijks een schadelijk gezondheidseffect gevonden is.

Een ander uitgangspunt is vaak het verslavende effect van softdrugs. Echter, sigaretten zijn vele malen verslavender dan hash en wiet, terwijl XTC weer veel minder verslavend is. In Nederland kampen bijna vier maal meer mensen met een alcohol- dan met een cannabisprobleem. Ook niet bepaald een sluitende redenering dus.

Tenslotte wordt het effect van softdrugs genoemd. Blowende mensen zouden minder in de ‘echte wereld’ staan dan bijvoorbeeld rokende of drinkende mensen. Dit zou ook ten grondslag aan het verbod op de paddo’s liggen. Zelfs al laten we de vraag buiten beschouwing of alcohol mensen minder ver van de ‘echte wereld’ laat afstaan dan marihuana (ga eens een zomer in Chersonisos kijken), dan gaat deze redenering nog niet op. Cocaïne bijvoorbeeld heeft juist een ontnuchterend effect, mensen die alleen coke gebruiken zijn veel beter in staat zware machines te bedienen dan mensen die gedronken hebben. Toch lijken mensen die een verbod op softdrugs bepleiten niet bepaald een legalisering van cocaïne voor te staan. Op ideologische grond ontbreekt dus iedere basis voor een softdrugverbod.

Dan de mensen die een wetgeving op een praktischer manier bekijken. Voor hen moet wetgeving een bepaald doel dichterbij brengen; in dit geval minder gebruikers, minder criminaliteit, en wellicht minder kosten. Als we met het eerste beginnen: een zeer bekend argument voor legalisering van softdrugs is dat het effect van een zeer restrictief softdrugsbeleid op het aantal drugsgebruikers zeer gering is. In landen als Frankrijk en Italië ligt het percentage mensen dat drugs gebruikt hoger dan in Nederland. Daarnaast zou bij een legalisering van softdrugs het gehalte aan THC (de belangrijkste werkzame stof) in marihuana gecontroleerd en genormeerd kunnen worden. Er zou een systeem ontworpen kunnen worden met meer en minder sterke marihuana, en een daarbij passende minimumleeftijd voor de verkoop, zoals nu al gebeurt bij drank. Blowende mensen zullen zo beter kunnen doseren en een hoeveelheid gebruiken die bij hen past.

Ook zou de criminaliteit door legalisering teruggebracht kunnen worden. Cannabis zou verbouwd kunnen worden door legale boeren, in plaats van in illegale zolderkamers. De handel zou in handen via gecertificeerde handelaren door de voordeur, in plaats van de achterdeur plaats kunnen vinden. Daarnaast heeft de geschiedenis ons één prachtig voorbeeld van het effect van illegalisering van geestverruimende middelen gegeven: de drooglegging van de Verenigde Staten in de jaren ’20. Vrijwel direct nadat alcohol werd verboden, kwam deze in handen van de maffia. De georganiseerde misdaad verdiende bakken met geld, de kwaliteit van de drank holde achteruit, en de overheid wist niet hoe snel ze de wetgeving terug moest draaien.

Ten slotte zouden er na de legalisering van hash en wiet accijnzen geheven kunnen worden. Ook zouden politie en justitie zich met andere zaken kunnen bezighouden, wat een enorme besparing oplevert. De regering laat hier, in haar zoektocht naar achttien miljard, honderden miljoenen euro’s liggen.

“Noem mij  u maar één nadeel dan noem ik tien voordelen” rapte Osdorp Posse elf jaar geleden al. Hoewel er soms hoopvolle signalen zijn, zoals het CDJA dat onlangs een beetje aangaf voor legalisering van softdrugs te zijn, blijft deze logica bij volwassen politici  aan dovenmansoren gericht. Zonde, op deze manier blijven we geld, tijd en energie stukslaan op beleid dat simpelweg niet werkt.

Lees meer berichten op Sargasso.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 22